MET UITZICHT OP DE SCHELDE...
- koenmijnheer8
- May 4
- 3 min read

Vertellen kon hij, over de oorlog. Spannende verhalen over hoe Duitse troepen wapens en munitie dumpten in het water, terwijl ze op de vlucht waren voor Canadese en Poolse troepen.
Waar de Duitsers geen rekening mee hielden, was het getij. Dus kwamen de wapens en de munitie bij laag water droog te liggen. Interessant genoeg voor een jongen van tien. Levensgevaarlijk ook.
Zeeuws-Vlaanderen, najaar 1944. Er wordt gevochten. De slag om de Schelde zit er aan te komen. Een leeftijdsgenoot van hem zei later: ‘’Je bent geen kind meer als je hebt meegemaakt wat wij in oktober 1944 hebben meegemaakt.’’
Toch kon hij bij dát deel niet gemakkelijk komen. Het zat er wel, maar erover vertellen was een brug te ver. Alles daarover neemt hij nu mee op zijn volgende reis. Vorige week overleed hij, 91 jaar oud.
Vandaag is het 2 mei, de tijd van oorlogsherdenkingen. We nemen afscheid van hem. In de familiekamer van het uitvaartcentrum is plek voor twintig mensen. We doen het met minder dan de helft.
Over de Schelde gaat het, de Westerschelde. Het was zijn levensader. Hij was praktisch tot het eind aan of in het water te vinden. Op de zeedijk ontmoette hij zijn latere vrouw en op diezelfde zeedijk maakte hij kennis met de man die zijn beste vriend zou worden.
Zijn echtgenote nam twee dochtertjes mee uit een eerder huwelijk, van wie er één koos om bij haar vader te wonen. Zo vormden ze een gezinnetje van drie. Hij vond het best. Tenslotte was hij al 38 toen ze elkaar leerden kennen. Over het leven daarvóór wist zijn vrouw tot op de dag van zijn sterven niet veel. ‘’Hij sprak er niet over. Ik vroeg er niet naar. Het was goed zo.’’
Volgens zijn jongste dochter had hij moeite met het uiten van liefde. Knuffelen deed hij sowieso niet. Zelf groeide hij op in een gezin met vader en een stiefmoeder. Beiden hadden niet veel oog voor hem. Weinig warmte. Hij vertelde hoe hij ooit in de winter in een korte broek en een dunne jas stond te vernikkelen.
Toch zat de liefde in hem. Het zat in wat hij maakte voor zijn dochter: een hoelahoep, een schommel, een wip, houten stelten, een konijnenhok…allemaal liefde. Behalve voor zijn gezin, was er ook liefde voor het water. De Schelde. Zitten en kijken naar het water. Of fietsen langs het water.
Met zijn vriend zwom hij 25 jaar geleden naar de vaargeul, naar de boei die de scheepvaartroute markeerde. Gekkenwerk, want de Schelde is verraderlijk met eb en vloed, de zuiging van schepen. Toch deden ze het.
Hij had ook iets met stille wateren en diepe gronden. Hij las boeken over leven na de dood en over filosofie. Introvert en gesloten als hij was, deelde hij er niet veel over, behalve dat hij zich niet kon voorstellen dat je voor altijd in de hel zou komen voor iets dat je in een toch kort leven gedaan zou hebben.
De laatste jaren tobde hij met zijn gezondheid. ‘’Ik begin de interesse in het leven te verliezen,’’ bekende hij op zijn ziekbed aan zijn dochter. Zij huilt dan en ook bij hem zijn er tranen. ‘’Het was de eerste keer dat ik mijn vader zag huilen,’’ verzucht ze.
De puzzel van zijn leven is verre van compleet en tóch schilderen we deze middag een portret van hem. In de ruwe vegen op het doek, herkennen ze hem. Er zijn tranen. ‘’En’’, zegt zijn dochter met betraande ogen, ‘’je hebt me zelfs aan het lachen gemaakt.’’
Het is mooi weer. Na afloop is er koffie met cake op het terras. Zijn vrouw komt even naar binnen terwijl ik m’n spullen verzamel. ‘’Het was prachtig,’’ zegt ze.
‘’En hoe is het met u?,’’ vraag ik.
‘’Goed hoor,’’ antwoordt ze. ‘’Het is beter zo.’’







Comments